RENE VAN ‘T HOF

De op 15 Oktober 1956 in Rotterdam te Zuid-Holland geboren René van ’t Hof debuteerde in 1980 met de muziektheatervoorstelling Thijl. Hij was tussen 1980 en 1985 te zien in de mimevoorstellingen Pardon, Perplex en de parfumfles, Sneeuwwitje, Jason en z’n helden en Souterrain en de toneelstukken Wolvenbocht, Net zo lief een aap, Twee vrienden en een pak en De koning sterft. In 1986 was René te bewonderen als Zoon Kees Flodder in de film ‘Flodder’ en met rollen in de theaterproductie De macht der gewoonte en de mimevoorstelling Biedermann en de brandstichters. Hij was in 1987 te bewonderen als Felix in de film ‘Donna Donna!!’ en met een rol in het toneelstuk Zappzarapp. In 1989 was René te bewonderen in de theaterproducties Carver, ‘verplaatst u zich eens in mij’ en Blauw uur. Laatst genoemde voorstelling heeft hij eveneens samen met Hans Dagelet en René Groothof bewerkt. Ook richtte hij in datzelfde jaar samen met Leny Breederveld en Beppie Melissen theatergroep Carver op. René was in 1990 te zien in de miniserie ‘De brug’ en de toneelstukken Bondwell III, Gif en Club Coco. In 1991 speelde hij de rol van Plasschaert in de film ‘Mevrouw Ten Kate en het beest in de mens’. René was tussen 1991 en 2004 bij Theatergroep Carver te zien in de mimevoorstellingen Café Lehmitz, Koorts, De witte hal, Het grote hoofd, Fred, De verbouwing, Ex, Het weer, Overstag, Onbegonnen werk en Zuur en de theaterproductie Pi, Po, Pu, Pa & Pé. Samen met Jim van der Woude schreef hij de voorstelling Overstag en was verantwoordelijk voor het decor. De voorstelling Onbegonnen werk schreef hij samen met Leny Breederveld, Peer Mascini, Beppie Melissen en Jim van der Woude. In 1992 kroop René opnieuw in de huid van Zoon Kees Flodder voor de film ‘Flodder in Amerika!’. Hij was in 1993 te zien in de mimevoorstelling Flossen, die hij samen met Jim van der Woude schreef en regisseerde. In 1994 had René een rol in het toneelstuk De dresser. Hij was in 1995 te zien als Dwerg in de film ‘De vliegende Hollander’ en verleende zijn stem aan het personage Wiggins voor de animatiefilm ‘Pocahontas’. In 1996 was René te bewonderen in de theaterproductie Kijkje in de keuken. Samen met Jim van der Woude schreef hij deze voorstelling ook en was verantwoordelijk voor de kostuums en het decorontwerp. René speelde in 1997 in het toneelstuk Desperado. Ook regisseerde hij samen met Ton Kas, Willem de Wolf en Jim van der Woude deze voorstelling en was met hun eveneens verantwoordelijk voor de kostuums en het decorontwerp bij deze productie. In 1999 regisseerde René de mimevoorstelling Mobile Home. Hij vertolkte in 2000 de rol van Joop in de tv-serie “Kwartelhof” en had verder rollen in de film ‘Lastpak’, de theaterproductie Blokhut, de dansvoorstelling Not Building, A Wall, But Making A Brick en de mimevoorstelling Oleg! Oleg! Oleg!. Laatst genoemde productie schreef hij ook. In 2002 had René een rol in de film ‘Pietje Bell’. Hij was in 2003 te zien in de film ‘Pietje Bell 2: De jacht op de tsarenkroon’ en het toneelstuk Urbi et Orbi, die hij samen met Loek Beumer ook schreef. Verder regisseerde René de theaterproductie Suddervlees. In 2004 had hij een aandeel in de film ‘Erik of het klein insectenboek’. René had in 2005 rollen in de film ‘Valse wals’ en het toneelstuk Als je blaft. Samen met Loek Beumer, Peter Drost en Gijs de Lange schreef hij deze productie eveneens. Ook regisseerde René de theaterproductie Maria en Elizabeth. In 2006 had hij rollen in de films ‘Het woeden der gehele wereld’, ‘Don’ en ‘Ober’. René was in 2007 te bewonderen in de film ‘Alles is liefde’ en de toneelstukken Oblomov en Vallende ster. Voor laatst genoemde productie ontving hij de VSCD Mimeprijs. Ook regisseerde René in dat jaar de theaterproducties Caravan en Uptijd en de cabaretvoorstelling De kip met de gouden enkels. Deze laatst genoemde productie schreef hij eveneens samen met Gijs de Lange. In 2008 speelde René mee in de toneelstukken Het misverstandt en Verf. Laatst genoemde productie schreef hij eveneens samen met Loek Beumer en Peter Drost. René was in 2009 te bewonderen in de tv-films ‘Taartman’ en ‘Gewoon Hans’ en de theaterproducties Boe! Een spookverhaal voor grote mensen en Straat. Bij laatst genoemde productie was hij samen met Kees van der Vooren en Eddie B. Wahr eveneens schrijver en verantwoordelijk voor het decor. In 2010 had René rollen in de film ‘De gelukkige huisvrouw’, de mimevoorstelling Horizon en het toneelstuk De lange nasleep van een korte mededeling. Ook regisseerde hij de theaterproductie Lang zal die wezen, die hij ook nog samen met Loek Beumer en Servaes Nelissen schreef. Datzelfde jaar deed René ook een tv-commercial voor de ANWB. Hij had in 2011 rollen in de film ‘Dolfje Weerwolfje’, de muziektheatervoorstelling Hartfalen en het toneelstuk Meneer Hummeling gaat op reis. In 2012 was René te bewonderen als Meester in de film ‘Swchwrm’, als Gerrit in de film ‘Plan C’ en had hij een rol in de film ‘Alles is familie’. Voor zijn rol in de film ‘Plan C’ won René een Gouden Kalf in de categorie Beste Mannelijke Bijrol. Hij speelde in 2013 de rol van Theo in de film ‘Matterhorn’ en had rollen in de theaterproducties Mijn slappe komedie voor vier mensen, een handjevol personeel en een tafel die niet vrij komt en Met mijn vader in bed (wegens omstandigheden). In 2014 had René rollen in de film ‘Oorlogsgeheimen’, de mimevoorstelling De man die alles weet en het toneelstuk Dag vlieg. Hij was in 2015 te bewonderen als Fred in de film ‘De Boskampi’s’, als Kees in de film ‘De Grote Zwaen’ en met een rol in de theaterproductie Terug naar toen. In 2016 was René te zien in de film ‘Uilenbal’, het toneelstuk Not the Tommy Cooper Story en de muziektheatervoorstelling De nazi en de kapper. Hij vertolkte in 2017 rollen in de film ‘Hotel de grote L’ en de theaterproducties The Family – aflevering 2 en De huisbewaarder. In 2018 was René te bewonderen in de muziektheatervoorstelling De onzichtbare man en het toneelstuk Liefdesverklaring (voor altijd). Hij was in 2019 te zien als Gerard in de tv-serie “Harkum”, met een rol in de film ‘Wat Is Dan Liefde’ en een rol in de theaterproductie Eindspel. René verleende zijn medewerking aan de kort tv-films ‘Een onrechtmatig bestaan’, ‘Gadjé’, ‘Dag in dag uit’ en ‘Verzet’ en de korte films ‘Salt-battle’, ‘Succes’, ‘Oh, Deer!’, ‘Das Wad’ en ‘Aardbei’. Gastrollen had hij in tv-series als “Jiskefet”, “Hotel Amor”, “De man met de hoed”, “Madelief: Met de poppen gooien”, “Otje”, “Grijpstra & de Gier” uit 2004, “Van Speijk”, “Floor Faber”, “Toren C”, “Sien van Sellingen”, “Taart”, “Kasper en de Kerstengelen” en “Smeris”. Perry van Moov.nl ging in gesprek met René van ’t Hof vanwege een interview voor de internetsite.

 

001.Je acteert in tv-series (“Harkum” uit 2019), films (‘De Boskampi’s’ uit 2015) en toneel (Wolvenbocht uit 1984) en voor theater werk je

       voorstellingen (Blauw uur uit 1989), ben je kostuumontwerper (Kijkje in de keuken uit 1996), decorontwerper (de mimevoorstelling

       Overstag uit 2002), bent schrijver (Urbi et Orbi uit 2003) en regisseur (Caravan uit 2007). Maar als je uit al je werkzaamheden een keuze

       moet maken die je het allerliefst doet, wat zou dit dan worden?

       Het liefste doe ik theater. Bij film is het zo dat je altijd alles in korte stukjes opneemt zodat je dus nooit in een ‘lange roes’ komt. In een toneelstuk

       moet je anderhalf uur lang geconcentreerd zijn en dan ben je echt van de wereld wat een enorme kick is. Ook kan je jezelf iedere avond in je rol

       verder ontwikkelen, het is dus nooit af. Daarbij heb je meer controle over het eindresultaat, zeker als jezelf je eigen stukken maakt. Bij film heb je

       met zoveel meer mensen te maken. In de montage kan er nog zoveel met "je" gedaan worden waar je niets meer over te zeggen hebt. Dan is het

       soms wel eens schrikken als je het terug ziet.
002.In 1986 kreeg je Nationale bekendheid met je rol van Zoon Kees Flodder in de film ‘Flodder’. Hoe kijk je hier op terug?
       Daarvoor had ik al wel wat kleinere dingen gedaan, meer in het filmhuis circuit. Maar ik vond het heel leuk om eens in zo'n grote commerciële

       productie mee te doen. Het was natuurlijk geweldig om in 1992 met ‘Flodder in Amerika!’ zes weken in New York te Amerika te filmen en te wonen. Ik

       weet trouwens niet of ik minder herkend word dan bijvoorbeeld Nelly Frijda (Ma Flodder), Tatjana Simic (Dochter Kees Flodder) of Lou Landré (Sjakie

       van Kooten) omdat zij in alle drie de films en de tv-serie speelde. Als mensen me al herkennen, dan roepen ze vaak “He Sjakie (dit was dus het

       personage van Lou Landré, red.). Zo zie je maar hoe betrekkelijk alles eigenlijk is. Ook heb ik mijn ‘opvolger’ Stefan de Walle (Zoon Kees Flodder in

       ‘Flodder 3’ en de tv-serie) wel eens aan het werk gezien in de rol. Hij vulde het personage op zijn eigen manier in, wat groter dan ik deed.
003.In 2007 was je te zien als de goedgelovige Eppie in de succesvolle film ‘Alles is liefde’, dat naast de liefde ook over Sinterklaas gaat. Wat

       betekenen de liefde en Sinterklaas voor René van ’t Hof echter zelf?
       Zelf geloof ik in zowel Sinterklaas als de Liefde. Wat heb je anders nog te zoeken hier?!
004.Op welk project uit je carrière ben je het meest trots en/of bewaar je de beste herinneringen?
       Ik ben trots op al mijn werk dat ik gemaakt heb met mijn eigen Theatergroep Carver. Carver heb ik samen met Leny Breederveld en Beppie Melissen

       opgericht. Ik ben er zo trots op omdat we het allemaal samen zelf maakten en daar ook nog eens succes mee hadden. Uiteindelijk was ik hier van

       1989 tot en met 2004 aan verbonden.
005.In het toneelstuk Het Misverstandt uit 2008 speelde je onder andere met Jack Wouterse. Hij is geen onbekende voor je. Zo heb je met Jack

       in 2002 gewerkt aan ‘Pietje Bell’, het vervolg hier op en je gastrol in ‘zijn’ serie “Grijpstra & de Gier”. Is het makkelijker om met iemand te

       werken die je al van een vorige productie kent?
       Met Jack is het altijd heel leuk om te werken. Maar ik heb gewoon verder heel veel zin om iets nieuws te gaan maken met een nieuwe combinatie

       mensen. Het maakt me dan ook niet uit dat ik Jack al ken.
006.Je hoort wel eens dat acteurs en actrices altijd iets van zichzelf stoppen in het personage dat ze spelen. Ben je het hiermee eens?
       Zelf vind ik dat je altijd moet proberen om een rol zo dicht mogelijk bij jezelf te houden. Dit levert naar mijn mening namelijk de mooiste resultaten op.

       Anders is het alleen buitenkant en dat is niet zo interessant voor het publiek om naar te kijken en ook niet voor jezelf om te spelen.
007.Wat kunnen we op showbizzgebied in de toekomst nog van je verwachten?
       Er staan wel wat dingen in de planning, maar hier mag ik helaas nog niets over vertellen.


Fotograaf: Merlijn Doomernik

 

Interview: Perry Krootjes