MARCEL RUIJTERS

 

De op 3 Juli 1966 in Tegelen te Limburg geboren Marcel Ruijters studeerde van 1985 tot en met 1987 aan de Kunstacademie in Maastricht. Hij begon in 1988 met Uitgeverij Monguzzi het in eigen beheer uitgeven van zijn stripverhalen. In 1990 bracht Marcel zijn strip Onbegrijpelijke verhalen 4 uit. Hij bracht tussen 1992 en 1997 de vijf albums van de strip Dr. Molotow uit. In 1994 tekende hij samen met een aantal schrijvers aan de strip Fun & games en sinds datzelfde jaar is hij ook redacteur bij het Rotterdamse alternatieve stripblad Zone 5300. Marcel kwam in 1997 met de strip Thank God it’s Ugly. Tussen 1999 en 2007 bracht hij drie albums uit van de strip Troglodytes. Marcel kwam in 2005 met de strip Sine Qua Non. Sinds 2007 woont hij afwisselend in Rotterdam te Nederland en Helsinki te Finland. Marcel brengt in 2008 de strips Inferno en Bestiarium uit en is in datzelfde jaar ook verantwoordelijk voor een Inferno-kunsttentoonstelling in Galerie Lambiek. In 2010 bracht hij een uitgave uit van Bestiarium, een verzameling scrapbook-illustraties. Marcel kwam tussen 2011 en 2015 met de strips 1348, Colorare Humanum Est, Twin World, Totentanz, Alle Heiligen, The Tarot en Jheronimus. In 2016 bracht hij op tekst van Rob van Barneveld, Floor de Goede, Emma Rigelding en DACE Sietina de strip Op missie. Marcel bracht tussen 2017 en 2021 de strips Het 9e Eiland, Pola, Eeuwig 1913 en De Tweelingparadox. Zijn werk is gepubliceerd in verschillende alternatieve tijdschriften, maar ook in een verscheidenheid aan tijdschriften en bloemlezingen van over de hele wereld. Marcel heeft vele tentoonstellingen gehad en maakt ook schilderijen. In 2008 won hij de VPRO Award voor beste Nederlandse graphic novel voor Inferno en in 205 ontving hij de Stripschapprijs. Perry ging in gesprek met Marcel Ruijters vanwege een interview voor de internetsite.

 

001.Hoe is de liefde voor strips bij je ontstaan?

       Eigenlijk was ik de enige binnen ons gezin die strips las. Later kreeg mijn wat jongere broertje hier ook interesse in. Maar we waren niet geabonneerd

       op stripbladen ofzo. Wel begrijp ik van mijn vader dat toen ik drie jaar was, ik in een boekenzaak een album van de strip De Smurfen zag. Deze pakte

       ik en wilde vervolgens niet meer los laten. Dus besloot mijn vader het album maar voor mij te kopen. De liefde voor strips ontstond voor mij dus bij De

       Smurfen. Strips die ik vroeger verder nog las waren onder meer de strips Robbedoes en Kwabbernoot en Cocco Bill, maar dan wel de reeks toen die

       nog gemaakt werd door Jacovitti. De Pola – stripreeks waar ik sinds 2017 mee bezig ben, is licht geïnspireerd op de stripreeks ‘De fantastische

       avonturen van Isabelle Avondrood’ van de Franse striptekenaar Jacques Tardi.

002.Je bent striptekenaar, maakt schilderijen en schrijft recensies. Maar als je een keuze zou moeten maken wat je het allerliefst doet, wat zou

       dit dan worden?

       Zonder enige twijfel ga ik dan voor mij werk als striptekenaar. Als redacteur bij het stripblad Zone 5300 moet je soms overleg voeren. Ook schrijf ik

       recensies voor zowel het blad Zone 5300 als diverse kranten. Ik weet hoeveel werk een tekenaar heeft gestoken in zijn of haar strip. Dus ik probeer

       het over het algemeen positief te houden. Dat ik iets negatiefs schrijf, komt niet heel vaak voor. Maar je moet wel professioneel en eerlijk kunnen

       schrijven, vind ik.

003.Op welk moment uit je carrière ben je tot nu toe het meest trots en/of bewaar je de beste herinneringen?

       Het klinkt cliché. Maar ik ben op ieder nieuw album dat uit komt weer trots. Dat is weer een hoogtepunt voor mij. De Stripschapprijs die ik in 2015

       ontving voor mijn gehele oeuvre was toch wel een erkenning op mijn werk. Ik was er wel blij mee. Al is het natuurlijk allemaal relatief. Net als de

       VPRO Award die ik in 2008 won voor mijn strip Inferno ging het hier ook om een juryprijs. Voor mij is het publiek toch het belangrijkst.

004.Wat heeft je voorkeur: in je eentje aan een strip werken of samen met andere?

       Meestal werk ik alleen. Dat vind ik ook wel zo fijn om eerlijk te zijn. De strip Op Missie uit 2016 heb ik in opdracht gemaakt. Dat geeft je bepaalde

       beperkingen, maar dat is helemaal niet erg. Daar zijn ook weer oplossingen voor te bedenken. Met Matthias Giesen (die voor het blad HP/De Tijd

       werkt, red.) heb ik in het verleden vaak samen gewerkt aan tal van korte stripverhalen. Dan zaten we samen aan de tafel te werken en vlogen de

       ideeën over en weer. Dat verliep toen heel speels.

005.Waar komt de fascinatie voor de Middeleeuwen bij je vandaan?

       Het is niet zo dat ik op school al daar interesse in had. Die interesse is pas echt ontstaan toen ik zelf stripmaker werd. Peyo, de maker van de strip

       De Smurfen verwerkte ook de Middeleeuwen in zijn strip. En de strip De Smurfen waren toch de kennismaking van mij in de stripwereld. In andere

       strips zag ik de Middeleeuwen al voorbij komen, maar ik wilde het op mijn eigen manier brengen. Ik heb geëxperimenteerd met de stijl. Die moest

       ook kloppen. Eigenlijk wil ik mijn lezers zowel iets laten leren met mij strips, maar ze ook gewoon pure ontspanning bieden. Al laat ik het mijn lezers

       zelf ontdekken. Ik ga ze niets opleggen.

006.Wat kunnen we in de toekomst nog van je verwachten?

       Vanaf April 2024 komt het vijfde deel in de Pola – reeks uit. Deze zal Observator gaan heten. In Oktober 2024 bestaat het stripblad Zone 5300

       precies 30 jaar. Hier willen we natuurlijk iets speciaals mee gaan doen, als is nu nog niet bekend wat precies.

 

Kijk voor meer informatie over Marcel Ruijters op https://marcelruijters.wordpress.com/.

 

Fotograaf: Johannes Odé

 

Interview: Perry Krootjes

Maak jouw eigen website met JouwWeb