JOOST PRINSEN

 

De op 9 Juni 1942 in Vugt te Noord-Brabant geboren Joost Prinsen studeerde in 1969 af aan de Toneelschool in Amsterdam waar hij in datzelfde jaar zijn theaterdebuut maakte in de musical De kleine parade.

 

Hij verleende in 1970 zijn stem aan het personage Lafayette in de animatiefilm ‘De aristokatten’. Tussen 1971 en 1979 was Joost Prinsen te zien in de toneelstukken Hoe groen is Julia?, Karnoffels, clowns en koningen in merry Engeland, Je hoeft Amsterdam niet voor me in te pakken, ik eet ’t hier wel op, Een blijde gebeurtenis, Dag Boefje, Oidipous Oidipous, De visioenen van Simone Machard, Schuld en boete, Koning Lear, Jan Klaasz in ’t Katte-Gat, Romeo en Julia, De macht der gewoonte, Trakteren, Licht in de duisternis, Goed gek, Burger Schippel, Kleine man, wat nou?, Mooie Helena, De mensenhater, Zondag en Zeitgeist en de musical Kiss Me Kate. Hij was vanaf 1972 gedurende vier seizoenen te bewonderen als Erik Engerd in de tv-serie “De Stratemakeropzeeshow” en vanaf 1979 voor drie seizoenen als J.J. de Bom in de tv-serie “J.J. de Bom voorheen: ‘De kindervriend’”. In 1976 was Joost Prinsen te zien als reporter Alfons Punt in de film ‘Peter en de vliegende autobus’, in 1978 als Jezus en de regisseur in de film ‘De mantel der Liefde’ en in 1979 als Magiër in de film ‘Martijn en de magiër’. Hij had verder rollen in de films ‘De inbreker’, ‘Turks fruit’, ‘Keetje Tippel’ en ‘Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming’ en de miniserie ‘Oorlogswinter’.

 

Tussen 1980 en 1989 had Joost Prinsen rollen in de theaterproducties De kwekeling, Suus, Cécile, Hofscènes, Eindhoven was vroeger een bloeiende badplaats, Verliefd verleden, Pericles, Het chemisch huwelijk, Drie zusters, Cyrano?, De komst van mooie Babbel, Zand erover, Barsten in de spiegel en Tussen wal en schip, stond in de theaters met zijn solovoorstellingen Joost Prinsen zingt, De firma List en Bedrog en Caruso & Caransa die hij eveneens produceerde en mede schreef. Hij was daarnaast ook te zien in de musical De zoon van Louis Davids en de muziektheatervoorstellingen Plechtige Hoogmis en De ongelooflijke avonturen van Pieter Jelles. Daarnaast regisseerde Joost Prinsen nog de toneelstukken Carré vrouwen, En waar de ster bleef stille staan, De spooktrein, Braaaaaf en Dubbele dief. Hij was in 1982 te bewonderen als Toereloer in de tv-serie “De zevensprong”, in 1984 als Kooyman in de tv-serie “Zoals u wenst, mevrouw” en in 1985 als Govert in de film ‘Thomas en Senior op het spoor van Brute Berend’. Verder had Joost Prinsen rollen in de films ‘De bende van hiernaast’ en ‘Giovanni’, de miniserie ‘Het wassende water’ en de Tv-Film ‘De zoon van Louis Davids’. Hij verleende in 1985 zijn stem aan een personage voor de animatieserie “Kissyfur” en als Kruiperd voor de animatiefilm ‘Taran en de toverketel’. Sinds 1988 is Joost Prinsen te zien in het tv-programma “Het Klokhuis”.

 

Hij speelde tussen 1990 en 1999 in de theaterproducties La strada, De wisselmarkt, Joshe Kalb, Moortje, De goede mens van Sezuan, De verzoeking van de heilige Antonius, Coriolanus, Elektra, Torquato Tasso, Het neerstorten van de Hindenburg en wat er daarna gebeurde en Midzomernachtsdroom, de muziektheatervoorstellingen Tip Top en Hommage aan Harry Bannink en de solovoorstellingen De verstekeling en Oom Joost leert zijn neefjes zingen. Bij laatst genoemde was hij eveneens betrokken als producent. In 1994 was Joost Prinsen te bewonderen als Lei de Tinnegieter in de miniserie ‘De legende van de Bokkerijders’. Hij was van 1997 tot en met 2015 presentator van het tv-programma “Met het Mes op Tafel”, die hij mede bedacht.

 

Tussen 2000 en 2019 vertolkte Joost Prinsen rollen in de toneelstukken De dame met de camelia’s, Mijn Elektra, Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan, De afscheidsmonologen, Karakter, Oude Meesters, Scrooge 2013 en Uurtje Literatuurtje, de solovoorstellingen Op de drempel en Roald Dahls Roodkapje en de muziektheatervoorstellingen Hommage aan Martin van Dijk, De SeewÓ§lf en Wendes kaleidoscoop. Hij was in 2000 te zien in een tv-commercial voor De Amerfoorste en verleende zijn stem aan het personage The Grinch voor de film ‘How the Grinch Stole Christmas’. In 2002 nam Joost Prinsen een tv-commercial op voor Van A naar Beter. Hij presenteerde in 2003 het live-praatprogramma “Maandag Prinsjesdag”. In 2006 was Joost Prinsen te bewonderen als Schneider in de tv-serie “Boks” en als Inspecteur Graswinckel in de film ‘Het woeden der gehele wereld’. Hij schreef tussen 2007 en 2021 de boeken De scharrelaar, Een goede speler is niet eerlijk, Mijn vrouw pikt zeepjes en Na Emma. In 2009 presenteerde Joost Prinsen het televisieprogramma “Dichter des Vaderlands” en werkte mee aan een radiocommercial voor TNT Post. Hij speelde in 2016 de rol van Johan in de Tv-Film ‘Hope’. In 2019 was Joost Prinsen te zien als Lodoc in de film ‘Jelger de Goochelaar en de Schat van Nicolaas’. Hij vertolkte in 2021 de rol van Wilhelm in de film ‘Herrie in huize Gerri’. Tussen 2006 en 2007 had Joost Prinsen rollen in de films ‘Horizonica’ en ‘Kapitein Rob en het geheim van professor Lupardi’. Hij is docent aan de Kleinkunstacademie. Op de radio is Joost Prinsen actief als redactielid bij het NTR-programma Kunststof. Hij is columnist voor diverse media. Joost Prinsen won in 2000 het Gouden Beeld voor TV-Persoonlijkheid van het Jaar. In 2004 is hij koninklijk onderscheiden als officier in de Orde van Oranje-Nassau. Joost Prinsen verleende zijn medewerking aan de korte films ‘De paardentekenaar’, ‘Kort Rotterdams – Temper! Temper!’, ‘Heartbeat’ en ‘Koekoek’, de korte tv-films ‘Hoffmans vertellingen’, ‘Volk en vaderliefde’, ‘De droom van Sinterklaas’ en ‘Naar Anna’ en de korte Engelstalige tv-film ‘Loose Hair’. Gastrollen had hij in tv-series als “L’homme d’Amsterdam”, “Pipo de Clown”, “De poppenkraam”, “De film van Ome Willem”, “Oog in oog”, “12 steden, 13 ongelukken”, “Coverstory”, “Eine Kleine Nachtmerrie”, “Otje”, “Russen”, “Golden Girls”, “Dokter Tinus”, “Welkom inde 80-jarige Oorlog” en “Nieuw Zeer”. Perry reisde af naar Breda waar hij in gesprek ging met Joost Prinsen vanwege een interview voor de internetsite.

 

001.U acteert in tv-series (“De Stratemakeropzeeshow” uit 1972), films (‘Peter en de vliegende autobus’ uit 1976), doet toneel (Hoe groen is

       Julia? uit 1971), solovoorstellingen (De verstekeling uit 1998), musicals (De kleine parade uit 1969), doet stemmenwerk (‘De aristokatten’

       uit 1970), bent schrijver & producent voor theater( Joost Prinsen zingt uit 1983), regisseur voor theater (Carré vrouwen uit 1980),

       presentator (“Met het Mes op Tafel” uit 1997), schrijver van boeken (De scharrelaar uit 2007), redactielid (het NTR-programma Kunststof)

       en columnist. Als u uit al uw werkzaamheden een keuze moet maken die u het allerliefst doet, wat zou dit dan worden?

       Al mijn werkzaamheden vind ik prettig om te doen. Mijn voorkeur ligt bij het toneel. Maar enkel omdat dit het begin voor mijn carrière was. Dat ik een

       keuze uit iets maak wil niet zeggen dat ik de rest minder vind. Met een rol in de musical De kleine parade uit 1969 ben ik begonnen bij het toneel. De

       muziektheatervoorstelling Wendes kaleidoscoop uit 2019 was mijn meest recente theatervoorstelling. Er zal ook geen nieuwe theaterrol meer bij

       komen, dat is een afgesloten hoofdstuk. In die 50 jaar heb ik natuurlijk in tal van theaterproducties. Spelen in een groep vind ik dan het prettigst. Ik

       ben me altijd heel erg bewust van het publiek. Na afloop van een voorstelling kijk ik niet meer hoe ik mijn rol anders kan spelen. Dat moet na de

       try-out periode staan dan. In het begin ben je nog wat onwennig in je rol en zoekende. Tijdens de repetitie en try-out periode ben je op zoek hoe je de

       rol het beste invulling kan geven. Vervolgens is er de samensmelting met het publiek iedere avond. Die moet ook kloppen.

002.Je hoort wel eens dat ieder personage dat een acteur of actrice speelt iets van zichzelf bevat. Kunt u zowel een overeenkomst als groot

       verschil noemen qua karaktereigenschap tussen u zelf en Schneider van de tv-serie “Boks” uit 2006?

       Dat vind ik wel. Schneider en ik zijn allebei gemoedelijke personen. Het verschil is dat hij bij de politie zit. Ondanks dat ik in mijn carrière geregeld

       een agent en inspecteur heb gespeeld in diverse tv en filmrollen is dat geen baan die ik zelf uit zou willen oefenen. In de film ‘De mantel der Liefde’

       uit 1978 heb ik Jezus gespeeld, maar die zou ik ook niet willen zijn. Schneider is wel iemand die tot mijn eigen vriendenkring zou kunnen behoren. Ik

       vond hem wel een aardige man die best wel dichtbij mij zelf staat. Jammer dat die serie maar zo kort gelopen heeft, want het was een leuke rol om te

       spelen.

003.Op welk moment uit uw carrière bent u tot nu toe het meest trots en/of bewaart u de beste herinneringen?

       In 1993 heb ik onder regie van Theo van Gogh een 25 minuten durende monoloog in 1 take opgenomen. Dit was voor de aflevering ‘Veel volk, weinig

       mensen’ van het tv-programma “Oog in oog”. Dat was een uitdaging om te doen. Maar ik wist dat het mij zou lukken, ik had er wel vertrouwen in. In

       2000 ontving ik het Gouden Beeld als TV-Persoonlijkheid van het Jaar en in 2004 werd ik onderscheiden als officier in de Orde van Oranje-Nassau.

       Maar met prijzen en onderscheidingen heb ik niet veel. Het publiek interesseert mij het meest.

004.Hoe kijkt u terug op werken aan het tv-programma “De Stratemakeropzeeshow” uit 1972?

       Dat was hartstikke leuk. Met het programma waren we onze tijd wel ver vooruit. De samenwerking met Wieteke (van Dort, red.) en Aart (Staartjes,

       red.) verliep prima. Ook gingen we privé met elkaar om. Zo gingen we één keer per jaar met elkaar uit eten. En als iemand van ons verhuisde, dan

       kwamen de anderen naar diens woning kijken. Wanneer we privé met elkaar optrokken, dan werd er niet over zaken gesproken. Dat hielden we

       gescheiden.

005.Samen met Jan Kok heeft u het tv-programma “Met het Mes op Tafel” bedacht dat u van 1997 tot en met 2015 presenteerde. Hoe kijkt u

       terug op dit programma?

       Jan Kok is de eindredacteur van het programma. De tv-bazen wilde dat de drie kandidaten naast elkaar aan een ronde tafel zouden zitten, met

       tegenover hun de presentator. Omdat je qua camerastandpunten niet veel hoef te doen om die manier, is dat vrij goedkoop qua kosten. Zelf wilde ik

       echter meer. Ik wilde een bar met bardame/zangeres achter de presentator en naast de bar een piano met pianist. Dit is technisch veel ingewikkelder

       om in beeld te brengen dan zoals de tv-bazen het voor ogen hadden. Daarbij is het qua kosten ook duurder dan het idee van de tv-bazen, want die

       willen alles zo goedkoop mogelijk. Ik moest dus echt op de tv-bazen inpraten over mijn idee voor het programma. Dat dit uiteindelijk gelukt is, daar

       ben ik heel erg trots op. Het programma “Met het Mes op Tafel” is het enige project dat ik helemaal zelf bedacht heb. Verder speelde ik altijd in iets

       dat bedacht door een ander was.

006.Sinds 2015 presenteert Herman van der Zandt het programma “Met het Mes op Tafel”. Kijkt u het nog wel eens?

       Jazeker, ik kijk het nog steeds. Een paar keer per week. Om zelf eens kandidaat te zijn in het programma zou ik niet doen. Dat is niet geloofwaardig.

       Mocht Herman van der Zandt onverhoopt eens ziek worden en de productie door moeten, omdat de opnames niet verplaats kunnen worden, dan ben

       ik best bereid om nog eens het programma te presenteren. Maar enkel in geval van nood dus.

007.Op televisie en film was u hoofdzakelijk in projecten te zien gericht op kinderen, terwijl u in het theater te zien was die meer op

       volwassenen gericht waren. Is dit een bewuste keuze of puur toeval?

       In het theater ben ik ook artistiek leider geweest bij het Amstel Toneel. Bij dit jeugdtheater heb ik in 1986 zelf gespeeld in het toneelstuk Cyrano?.

       Verder speelde en regisseerde ik tussen 1988 en 1989 ook diverse producties bij jeugdtheater Huis aan de Amstel. Toch is dat het meer toeval dat ik

       in producties speelde die gericht waren op Kinderen. Voor kinderen moet je net zo spelen als voor volwassenen. Misschien is spelen voor kinderen

       zelfs nog moeilijker dan voor volwassenen. Als kinderen iets niets vinden, dan ben je ze kwijt. Daarbij zijn ze sneller afgeleid.

008.Wat kunnen we in de toekomst nog van u verwachten?

       Ik ga een gastrol spelen in een aflevering van het tweede seizoen van de tv-serie “Nood”. Verder blijf ik voor onbepaalde tijd drie keer per maand nog

       doorgaan met mijn rubriek ‘Joost weet het’ in de zaterdagbijlage van Mezza.

 

Foto: ANP

Interview: Perry Krootjes