JEAN VAN DE VELDE

De op 14 Maart 1957 in Bukavu te Congo-Kinshasa geboren Jean van de Velde bracht een gedeelte van zijn jeugd door in verschillende Afrikaanse landen voordat hij in 1970 (op zijn dertiende) naar Nederland kwam. In 1977 besloot hij om samen met Renee Segers en Leon de Winter low-budget-films en documentaires te maken. Ze vormden samen de Eerste Amsterdamse Filmassociatie. Hieruit volgde vijf speelfilms waarvan Jean er drie zou regisseren. Zo regisseerde hij een deel van het drieluik ‘De verwording van Herman Durer’, ‘De afstand’ en ‘Parfait amour’. Behalve voor de regie, was hij ook verantwoordelijk voor het verhaal. Daarnaast produceerde Jean ook nog de film ‘Dr. Faustus’.

 

In 1986 verliet hij zijn twee vrienden om zich meer op het schrijven van scenario’s te richten. Zo schreef Jean in 1987 de film ‘Van geluk gesproken’, regisseerde in 1988 de tv-film ‘Maurits en de feiten’ en was mede verantwoordelijk voor het script van de film ‘De onfatsoenlijke vrouw’ uit 1991.

In 1993 werkte hij aan het filmproject ‘De kleine blonde dood’ waarvoor hij het script schreef en de regie deed en wat uiteindelijk zijn doorbraak zou betekenen. Datzelfde jaar was hij ook betrokken bij projecten als “Mus” (als script adviseur), ‘Oeroeg’ (als schrijver) en ‘De marionettenwereld (als scenario adviseur). Voor de film ‘De Flat’ uit 1994 schreef Jean het scenario. Bij ‘De vliegende Hollander’ uit 1995 was hij wederom betrokken als script adviseur. In 1996 werkte Jean aan zowel de miniserie ‘Charlotte Sophie Bentinck’ als schrijver, als de tv-film ‘Laagland’ als scenario adviseur. Hij schreef en regisseerde in 1997 zijn volgende grote hitfilm, ‘All Stars’. In 1998 schreef Jean het script voor de film ‘When the Light Comes’. Dat ‘All Stars’ zo’n succes was bleek wel. Het ging door in 1999 met “All stars – De serie” waar Jean verantwoordelijk voor het verhaal en de regie was.

In 2000 kwam opnieuw een succes in de bioscoop van Jean, in de gedaante van de film ‘Lek’. Hij was hiervoor verantwoordelijk als zowel producer, schrijver en regisseur. Daarnaast schreef hij in hetzelfde jaar ook de film ‘Team Spirit’. Jean maakte in 2003 het scenario voor de Engels/Spaanstalige film ‘Dias de futbol’. In 2004 was hij als schrijver betrokken bij de Internationale film ‘Things to Do Before You’re 30’, terwijl Jean datzelfde jaar de filmversie van ‘Floris’ zou regisseren. In Januari 2005 heeft hij de videoclip voor het nummer “Als je iets kan doen” gemaakt. Een single voor Giro 555 van een ramp in Azië. In 2006 kwam er met “Freunde fur immer – Das leben ist rund” de Duitse versie van ‘All Stars’. Ook kwam er rond de voetballende vrienden een Engelse, Belgische en Spaanse remake. Jean regisseerde in 2006 twee afleveringen van de tv-serie “Man en paard” en produceerde, schreef en regisseerde de Herman Brood-film ‘Wild Romance’. In 2007 schreef en regisseerde hij de korte dramafilm ‘Zone’. Tijdens het Nederlands Film Festival 2008 in Utrecht zat Jean samen met Rutger Hauer en Monique van der Ven in de jury van de nieuwe filmprijzen voor korte films, de Shocking Short Awards. Als schrijver en regisseur kwam hij in 2008 met zijn meest recente film tot nu toe, ‘Wit licht’. Vrijdag 22 Mei 2009 zal een belangrijke dag in Jean’s carrière zijn aangezien toen ‘Wit licht’ aangepast werd voor de Internationale markt als ‘The Silent Army’ en te zien was op het wereldberoemde Frans festival, Cannes. Hij schreef, produceerde en regisseerde in 2011 de film ‘All Stars 2: Old Stars’. In 2012 regisseerde Jean de tv-serie “Lieve Liza”. Hij schreef en regisseerde in 2013 de film ‘Hoe duur was de suiker’. In 2015 schreef Jean de tv-serie “Goedenavond, Dames en Heren”. Hij produceerde in 2016 de Tv-Film ‘Fake’. In 2017 schreef, produceerde en regisseerde Jean de film ‘Bram Fischer’. Hij schreef en regisseerde in 2019 de tv-serie “Morten”. In 2020 regisseerde Jean de tv-serie “All Stars & Zonen”. Hij regisseerde verder twee afleveringen van de tv-serie “’t Schaep Ahoy” en een aflevering van de Internationale tv-serie “Van der Valk”. Verder was Jean zelf te zien in gastrollen van tv-series als “Goedenavond, Dames en Heren” en “Rundfunk”. Hij heeft ook nog diverse prijzen voor zijn werk gewonnen, zoals vier Gouden Films voor de film ‘Floris’, ‘Wit licht’, ‘All Stars 2: Old Stars’ en ‘Hoe duur was de suiker’. Verder ontving hij één award voor zowel de film ‘De kleine blonde dood’ als de film ‘Wit licht’, vijf awards voor de film ‘Lek’, zes awards voor de film ‘Bram Fischer’ en won verder nog de Grolsch Film Boulevard en The Dutch Golden Stone Award. Perry van Moov.nl had een gesprek met de zeer vriendelijke en succesvolle regisseur Jean van de Velde vanwege een interview voor de internetsite.


001.Je werkt in bijna al je films met mensen uit eerdere films van je. Zo ook in 2008 met de film ‘Wit licht’ met Ricky Koole met wie je eerder al

       werkte aan de films ‘All Stars’ uit 1997 en ‘Lek’ uit 2000. Is dit een bewuste keuze van je of gewoon puur toeval?
       Acteurs en actrices moet je niet nemen omdat het je vrienden of vriendinnen zijn, maar omdat ze het beste bij die ene rol passen. Met Ricky was dat

       gewoon puur toeval. Want we hadden tien dames gecast voor de rol van Anna Zuiderwijk en daar bleven er uiteindelijk twee van over. Toen vonden

       we dat Ricky het beste bij Marco paste. Ook kijken we of de acteur of actrice die we willen hebben, het beste past bij zijn of haar rol. Het gaat dus

       niet zozeer om een vertrouwensband, maar of de click er is tussen de acteur/actrice en de rol. Wel had ik best wat meer films willen maken met

       Antonie Kamerling (samen gewerkt aan de films 'De kleine blonde dood’ en ‘All Stars’). Zo zou hij ook de rol van Eddy in ‘Lek’ hebben gespeeld. Maar

       toen ik aan het casten was, vond ik hem te oud voor de rol en toen kozen we uiteindelijk voor Cas Jansen.

002.Je hebt diverse prijzen gewonnen voor je werkzaamheden. Maar op welke prijs ben je het meest trots?
       Dat zou dan de Emmy zijn die we wonnen voor “All stars – De serie”. En de mooiste prijs is wat mij betreft een volle zaal, dus het publiek. Als je een

       slechte recensie hebt gekregen dan baal je namelijk best. Maar als je dan hoort dat het publiek genoten heeft, dan maakt dat alles weer goed.
003.Op welk project uit je carrière ben je het meest trots en/of bewaar je de beste herinneringen?
       Ik vind dat heel moeilijk om te zeggen, omdat ze allemaal iets anders hebben. Maar als ik moet zeggen wat ik het leukste vond om te doen, dan zou

       ik zeggen ‘All Stars’ (zowel de film als tv-serie). Daar hebben we namelijk zoveel gelachen. Heerlijk was dat om te doen.
004.Wat betekent de film ‘Wit licht’ uit 2008 nu voor je?
       De film ‘Wit licht’ vond ik de meest bijzondere ervaring, omdat het in het buitenland was en een heel apart onderwerp had. Ik heb er fantastische

       mensen ontmoet en was weer even terug in Afrika waar ik opgegroeid ben. Ook was het bijzonder omdat je een film aan het maken bent die een

       wezenlijk probleem bloot legt. Aangezien ik zelf vader ben, kijk ik altijd naar de toekomst. Uiteraard vanwege mijn kind. Dit verhaal speelt zich af in

       Afrika en daar gebeurt het met zwarte kinderen, maar misschien kan het zich over vijftig of honderd jaar ook hier wel afspelen. Dat is het erge.
005.België, Congo of Nederland. Met welk land voel jij je zelf het meest verbonden?
       Ik begrijp wat je bedoelt aangezien alle drie deze landen in de film ‘Wit licht’ een belangrijke rol spelen. Zo vertegenwoordigt acteur Peter Van den

       Begin die fotograaf Francois Lama het land België. Voor Congo (dus Afrika) zijn dat de acteurs Andrew Kintu (Abu, red.) en Abby Mukiibi Nkaaga

       (Generaal Obeke, red.). Tenslotte zijn er ook nog de Nederlandse acteurs Marco Borsato (Eduard Zuiderwijk, red.) en Siebe Schoneveld (Thomas

       Zuiderwijk, red.) en actrices Ricky Koole (Anna Zuiderwijk, red.) en Thekla Reuten (hulpverleenster Valerie, red.). Daarnaast is het ook op persoonlijk

       vlak niet zo vreemd. Zelf ben ik namelijk in 1957 geboren in Bukavu te Belgisch Congo. Mijn vader is Belg en Congo was een Belgische kolonie. In

       1960 werd Congo onafhankelijk. En toen zijn we naar Burundi en Rwanda verhuisd. Maar inmiddels woon ik alweer sinds 1970 in Nederland en voel

       mezelf ook het meest Nederlander.
006.Behalve de regisseur van de film ‘Wit licht’, was je ook de schrijver van de film. Hoe is het idee voor de film ontstaan?
       Het idee is ontstaan doordat ik bezig was om een project te beginnen in Afrika. Een producent hoorde dit en die hoorde ook dat Marco Borsato en

       zijn producent Paul Brinks een speelfilm wilde maken over kindsoldaten. Vervolgens hebben Marco en Paul iemand ontmoet die ook wist waar ik

       mee bezig was. Uiteindelijk zijn we zodoende dus bij elkaar gekomen. Aangezien Marco van huis uit geen acteur maar zanger is, hebben we hem

       eerst getest om te kijken of hij wel kon acteren. Toen kwamen we erachter dat dit beste lukte. Met Marco werken tijdens de opnameperiode was

       ideaal. Hij was gewoon heel erg gedreven. Daarom vond ik het ook zo vervelend wat (met name) de schrijvende pers op een negatieve manier over

       Marco hebben geschreven. Gelukkig was het publiek het hier totaal niet mee eens.
007.Hoe was het ‘Wit licht/The Silent Army’-avontuur in Cannes te Frankrijk?
       Cannes vond ik heel bijzonder. Maar de koninklijke première van ‘Wit licht’ in aanwezigheid van (toen nog) Prins Willem Alexander en Prinses

       Maxima heeft ook een enorme indruk op me gemaakt. Wel hebben we ‘The Silent Army’ ten opzichte van ‘Wit licht’ wat aangepast. De reden hiervoor

       was dat de film naar het buitenland zou gaan, waar ze onze acteurs niet kennen. Dus we dachten “Als we de muziek en flashbacks weghalen, dan

       gaat het verhaal anders klinken”. Je zet het publiek dan wat meer aan het denken. Dat we geselecteerd zouden worden voor het festival speelde al

       een aantal maanden, maar toen het eenmaal gebeurde was ik heel erg blij. Voor de film, voor mezelf, maar ook voor Marco. Hij was zo ten onrechte

       aangepakt door de pers, dat dit een beetje zijn revanche was. Zelf ben ik wel eens vaker in Cannes geweest, dus ik weet dat het een gekkenhuis is.

       Maar werkelijk alles is vastgesteld wat er gebeurt. Zelden is me de illusie van Cannes duidelijker geworden dan bij onze rode loper entree. We

       kregen de eer als ‘The Silent Army’ – crew officieel uitgenodigd te worden bij de wereldpremière van ‘The Imaginarium of Doctor Parnassus’, de film

       van Terry Gilliam. We moesten ons verzamelen voor het Hotel Majestic tegenover het Palais de Festival. De eerste groep waren de cast en regisseur

       en daarna de producenten. We worden voor de tocht naar de rode loper opgehaald door een livrei (soort van begeleider, red.) in smoking en met een

       zilver opslag bewerkte wandelstok. Hij was dwingend in de volgorde van lopen, de regisseur voorop en in het tempo van lopen: schrijden! Schrijden

       over de eerste smalle rode lopers omgeven door dranghekken. Halverwege worden we overgedragen aan een andere livrei die ons verder loodst in

       hetzelfde trage tempo naar de rand van het opstapje dat leidt tot de echte, brede, door fotografen en camerateams in smoking omzoomde, rode loper

       van Cannes. Een derde livrei met wandelstok neemt het over, maar gebaart ons dat we nog geen lakschoentje op het opstapje mogen zetten. We

       moeten nog rustig even wachten. De fotografen behandelen nog andere gasten. Een spreekstalmeester noemt voor fotografen en camerateams de

       namen van een poserende ster. Dan krijgen we een teken, we mogen de grote rode loper (die dagelijks ververst wordt!) op en tegelijkertijd klinkt uit

       de geluidsinstallatie muziek uit onze film. Malaika, het Afrikaanse nummer waarop Eduards vrouw in de film begraven wordt. We poseren voor de

       fotografen, eerst links dan rechts, terwijl de spreekstalmeester over de luidspeakers ons aan de pers introduceert. De regisseur eerst, daarna de

       acteurs en tenslotte de producenten. Vervolgens vertelt de stem over de luidsprekers in het kort waar de film over gaat. We schrijden verder, naar de

       tweede groep fotografen. De muziek klinkt nog steeds. We worden door weer een vierde livrei de trappen van het festival op gedirigeerd, waar we

       halverwege nog eenmaal moeten omdraaien om ons aan de pers en volk te vertonen.
008.Welk moment in ‘Wit licht’ is voor jou de kern van de film?
       Dat is de dialoog tussen Eduard Zuiderwijk (gespeelt door Marco Borsato, red.) en Generaal Obeke (gespeelt door Abby Mukiibi Nkaaga, red.). Als

       ze boven op de berg staan en Eduard zegt dat Obeke die kinderen moet laten gaan. “We leven hier in Afrika. Dat wat jij kinderen noemt, zijn bij ons

       mannen van twintig. En hoe oud waren de mannen die naar Vietnam en Irak gingen?” antwoord Obeke vervolgens. Wanneer je dit stukje eruit haalt,

       dan heb je geen film meer. Dan heb je een verhaal over een man die een kind probeert te redden.
009.Wat kunnen we op showbizzgebied in de toekomst nog van je verwachten?
       Er zal een tweede seizoen komen van de tv-serie “All Stars & Zonen”.


Foto: Ⓒ BSR AGENCY

 

Interview: Perry Krootjes

Maak jouw eigen website met JouwWeb