HENK VOTEL

 

De op 11 December 1938 in Den Haag te Zuid-Holland geboren Henk Votel begon op jonge leeftijd te werken in het circus en speelde tussen 1955 en 1957 bij Stichting Nieuw Jeugdtoneel in de toneelstukken De vreemdeling, De beer en de pasja, De gelaarsde kat, Het eigenwijze haasje, De barbier van Sevilla en Van de vos Reinaart en de muziektheatervoorstelling Het dansende ezeltje. Hij was tussen 1957 en 1959 te zien bij Toneelgroep Arena in de theaterproducties De plaaggeesten, Krelis Louwen of Alexander de Groote op het poëetemaal, Het zilver van de pharao, De koopman van Venetië, De sterrekijkers, Twee emmertjes water halen en De gestolen prins. In 1959 vertolkte Henk Votel de rol van Ronnie Winslow in de Tv-Film ‘Die Jongen van Winslow’.

 

Hij speelde tussen 1960 en 1968 bij Toneelgroep Arena in de toneelstukken Het spel der vergissingen, Een vreemde maanreis, Ploeft, Op de kermis, Wie is de dief?, De kikkers, Dag…ezels!, De spelers – Spelenderwijs en De gestolen prins. Tussen 1962 en 1969 was Henk Votel te zien bij Nieuwe Komedie in de theaterproducties Warenar met de pot, Don Quichot op de bruiloft van Kamacho, De knecht van twee meesters, Leer om leer, Romeo en Julia, Het treurig led van het triest café, De ruiters, Dag stoel naast de tafel en Bellavita, de klucht De klucht van Windbuil en Platzak, de cabaretvoorstelling En het geschiedde in die dagen en als de toneelmeester in de musical The Fantasticks. Hij vertolkte in 1964 de rol van Rats in de tv-serie “Rats en Repel en Lollipop!”.

 

Tussen 1970 en 1972 speelde Henk Votel bij de Nieuwe Komedie in de toneelstukken Vallen en opstaan, Variaties op een Oidipous – complex, Makabere kermis, Zeven manieren om een rivier over te steken, De vos, Het verhaal van de soldaat, Hutspot en Hé joh - doe niet zo gek – joh. Hij was vanaf 1971 gedurende vier seizoenen te zien in de tv-serie “Orimoa” en speelde vanaf 1972 twee seizoenen lang de rol van Opa in de tv-serie “Ti-Ta Tovenaar”. In 1974 vertolkte Henk Votel bij gezelschap The Family rollen in de theaterproducties Family in Heaven en As You Lijk It. Hij was in 1975 te bewonderen als Uddebuh in de film ‘Pipo de clown en de piraten van toen’ en in 1976 als Ben Ziene in de tv-serie “Pipo en de lachplaneet”. Tussen 1976 en 1979 was Henk Votel bij Toneelgroep de Appel te zien in de toneelstukken De storm, De heiligen met de krakeling, Oresteia, So voer gesongen - so nagepepen, De aardappeleters (Van Gogh ongeveer), Nuchter dronkaard, De feeks, Zerken en Op de bodem. Hij speelde tussen 1972 en 1975 in de solo operavoorstelling Kaïn en Abel, was te zien als Han de Bangerd in de musical Een kannibaal als jij en ik, speelde in de theaterproductie Beesten buiten hun boekje en verzorgde de muziek bij het toneelstuk Het autokerkhof. Tussen 1972 en 1977 had Henk Votel rollen in de films ‘De inbreker’, ‘Alicia’ en ‘Soldaat van Oranje’ en de Tv-Film ‘Met alleen het geweten als meester’.

 

Hij was tussen 1980 en 1989 te zien bij Toneelgroep de Appel in de theaterproducties Eenoog, Burgerbruiloft, Candide – of Het optimisme, Koning Lear, Driekoningenavond, Victor – of De Kinderen aan de macht, De Rode Herberg, De vrek, Oebe Oebe de aap, Doctor Nero, Wachten op Godot, Faust I & II, Een midzomernachtsdroom, De vervolging van en de moord op Jean Paul Marat opgevoerd door de verpleegden van het krankzinnigengesticht van Charenton onder regie van de heer De Sade, Ghetto, Rosencrantz en Guildenstern zijn dood, Antonius en Cleopatra en Hamlet en de muziektheatervoorstelling Mahagonny. Bij de voorstelling Hamlet verzorgde Henk Votel eveneens de muziek. Hij speelde tussen 1987 en 1989 ook nog in het toneelstuk Mem en zin en de mimevoorstelling Het Reijngoud mysterie. Tussen 1980 en 1988 regisseerde Henk Votel de theaterproducties Niet de eerste de beste, De smet van Kaoe, Het spel en Kriebelteen en de muziektheatervoorstelling Vertrouw nooit een trol. Hij verleende in 1981 zijn stem aan het personage Dinky voor de animatiefilm ‘Frank en Frey’. In 1987 was Henk Votel een seizoen lang te bewonderen als Igor in de tv-serie “Dr. Krankenstein”. Hij had verder rollen in de films ‘Spetters’ en ‘Bastille’ en de miniserie ‘Het wassende water’.

 

Tussen 1990 en 1997 was Henk Votel te zien in de toneelstukken Prins van Homburg, Drie zusters, Moeder Courage en haar kinderen, Ingeblikt 1, Labyrint, Ingeblikt II & III, Groot en klein, Trilogie van het zomerverblijf, Zoals het u lijkt, Spoken, Het weerzien – een trilogie, Dantons dood, De erfenis, De toneelmaker, Oidious I & II en Driestuiversopera. Hij speelde verder in de theaterproductie Gevaarlijke liefdes en regisseerde de cabaretvoorstelling Van die dingen… en bij Gezelschap Mijne Heren! de cabaretvoorstellingen Ach – moeder! Nog meer! en Enchanté. Gastrollen had Henk Votel in tv-series als “Floris”, “Uit de wereld van Roald Dahl”, “De poppenkraam” en “Prettig geregeld”. Hij ging op 14 Juni 1997 met vervroegd pensioen. Tijdens zijn pensioen had Henk Votel in 1999 nog een gastrol in de tv-serie “Oud geld”.

 

Hij regisseerde in 2000 ondanks zijn pensioen bij gezelschap Fluitman & Lacunes de cabaretvoorstellingen De villa en Pietà. In 2004 speelde Henk Votel zelf nog bij Toneelgroep de Appel in het toneelstuk En God zag dat het goed was. In 1996 werd hem de Arlecchino toegekend voor zijn rol in de theaterproductie De Toneelmaker. Perry ging in gesprek met Henk Votel vanwege een interview voor de internetsite.

 

001.U acteert in tv-series (“Rats en Repel en Lollipop!” uit 1964), films (‘Pipo de clown en de piraten van toen’ uit 1975), doet toneel (De 

       vreemdeling uit 1955), speelt in kluchten (De klucht van Windbuil en Platzak uit 1962), doet cabaret (En het geschiedde in die dagen uit

       1967), doet solovoorstellingen (Kaïn en Abel uit 1972), speelt in musicals (Een kannibaal als jij en ik uit 1975), doet 

       muziektheatervoorstellingen (Mahagonny uit 1980), doet mimevoorstellingen (Het Reijngoud mysterie uit 1989), regisseert voor theater

       (Niet de eerste de beste uit 1984) en doet stemmenwerk (‘Frank en Frey’ uit 1981). Als u uit al uw werkzaamheden een keuze moet maken

       die u het allerliefst doet, wat zou dit dan worden?

       In dat geval ga ik voor het spelen in toneelstukken. Groot of klein maakt mij niet. Er bestaan geen kleine rollen, alleen kleine acteurs. Altijd was ik mij

       bewust van het publiek toen ik speelde. Ik wilde weten hoe ze reageerde. Daar reageerde ik dan weer op. Dat leerde ik als kind al in het circus. Mijn

       vader was luchtacrobaat en ik assisteerde een dame bij een act met honden. Ik wist als zesjarige het applaus al te halen.

002.Je hoort wel eens dat ieder personage dat een acteur of actrice speelt iets van zichzelf bevat. Kunt u zowel een overeenkomst als groot

       verschil noemen qua karaktereigenschap tussen u zelf en Igor uit de tv-serie “Dr. Krankenstein” van 1987?

       Daar ben ik het volledig mee eens. Je ziet in alles mijn achtergrond. Het circus, de gein en nog meer natuurlijk. De overeenkomst met Igor is zijn

       dienstbaarheid. Heel vaak ben ik dat ook. Je moet niet alleen aan jezelf denken, dat vind ik belangrijk. Het verschil is dat Igor wel erg dom was. Hij

       was leuk om te spelen, maar ik hoop toch echt dat ik slimmer ben. Igor zou niet tot mijn eigen vriendenkring kunnen behoren. Wel zou ik hem indien

       nodig hulp bieden als dat nodig mocht zijn.

003.Op welk moment uit je carrière bent u tot nu toe het meest trots en/of bewaart u de beste herinneringen?

       In dat geval ga ik voor de toneelstukken Het verhaal van de soldaat uit 1972 en De Toneelmaker uit 1996. Voor mij betekent de Arlecchino die mij

       werd toegekend voor mijn rol in de voorstelling De Toneelmaker heel veel. Ik was verbaasd dat ik die onderscheiding kreeg, maar ik ben er erg trots

       op. Het was een mooie rol, anders dan veel andere rollen. Met weinig tekst en naar binnen toe gekeerd kon het publiek toch precies zien wat er in

       mijn rol van de waard omging. Voor mij is de mening van het publiek het belangrijkst.

004.Hoe kijkt u terug op uw tijd in “Ti-Ta Tovenaar” uit 1972?

       Met heel veel plezier kijk ik daar op terug. Het was een heerlijke tijd, met heerlijke rollen om te spelen en fijne collega’s. Behalve Opa was ik onder

       andere ook de rammelridder en de inspecteur van de politie. Het leukste vond ik het sprookjesachtige, zonder technische hoogstandjes. Dat had wel

       iets romantisch. De ondeugendheid van Opa zit wel in mij zelf. Zo’n opa wilde ik ook voor mijn kleinkinderen zijn. Die had ik toen nog niet, maar nu

       wel. De musical van Ti-Ta Tovenaar uit 2005 vond ik best wel goed. Maar met die nieuwe serie op televisie uit 2008 had ik niet zoveel. De romantiek,

       het betoverende was weg.

005.Op 14 Juni 1997 ging u met vervroegd pensioen. Wat was de reden hiervoor?

       Het kon op dat moment nog. En ik had al 40 jaar dag in dag uit op het toneel gestaan, vanaf mijn veertiende. Het was genoeg. Ik wilde meer vrijheid

       om leuke dingen te doen. Daarna had ik toch weer een rol in het toneelstuk Gevaarlijke liefdes uit 1998, een gastrol in de tv-serie “Oud geld” uit

       1999, regisseerde ik de cabaretvoorstellingen De villa en Pietà en speelde zelf in 2004 nog in het theaterstuk En God zag dat het goed was. Dit

       kwam omdat ik nu dingen kon doen die ik zelf koos. Bij een gezelschap moet je de rollen spelen die je gegeven worden. Ik kon nu ja of nee zeggen

       als iets me werd aangeboden.

006.Wat kunnen we in de toekomst nog van je verwachten?

       Niets meer. In Juni 1997 ben ik met vervroegd pensioen gegaan. Nadat ik tussen 1998 en 2004 toch nog wat werkzaamheden heb gedaan, ben ik

       sinds 2005 helemaal met pensioen.

 

Interview: Perry Krootjes