HEIN DE KORT
De op 4 Oktober 1956 in Laren te Noord-Holland geboren Hein de Kort maakte in 1981 zijn professionele debuut als striptekenaar in het tijdschrift De Balloen. Hij bracht in 1983 een album uit van de strip Dat kan iedereen nou wel willen en twee albums van de strip Korte Grappen. In 1985 bracht Hein een album uit van de strip Liggend naakt met staande schemerlamp. Hij bracht tussen 1986 en 1999 acht albums uit van de stripreeks Eikels. In de periode van 1989 tot en met 1998 werkte Hein aan de strip Tuig.
Hij bracht in 1990 de schoolagenda K & K v/d Ratjes uit en tussen 1990 en 2002 bracht hij van zowel de strip Mijn moeder begrijpt me niet als Gemma doet ’t in een hoekje een album uit. Samen met tekenaar Eric Scheurs schreef hij tussen 1991 en 1993 twee albums van de strip Dick van Bil. Tussen 1992 en 1999 bracht Hein vijf albums uit van de strip Jean-Pierre en tussen 1992 en 2002 elf albums van de strip Dirk & Desiree. Hij kwam in 1994 met een album van de strip Seks en in 1995 met een album van de strip Pubers. Tussen 1997 en 2000 bracht Hein drie bundels uit van de strip Eikeltjes en tussen 1997 en 2003 verschenen er vier albums van de strip Pardon Lul.
Hij bracht tussen 2000 en 2010 een album uit van de strip Slappe Balle. Van 2004 tot en met 2008 werkte Hein aan vier albums voor de stripreeks Piet & Riet van de Buis. Hij maakte in 2005 een grafische bijdrage aan Suske en Wiske 60 Jaar!. Tussen 2009 en 2015 bracht Hein zeven bundels uit van de reeks Het Jaar van Hein. Hij kwam in 2014 met het album Hein in Onze Taal. Sinds 2019 tekent hij samen met schrijver Wouter de Jong aan de kinderboekenreeks Superkrachten voor je hoofd waarvan inmiddels drie albums verschenen zijn. Hein werkt sinds 2019 aan de reeks De wereld volgens Hein de Kort, waarvan inmiddels vijf albums zijn verschenen. In 1992 ontving hij de Stripschapprijs voor zijn gehele oeuvre. Perry sprak in Restaurant Dauphine te Amsterdam met Hein de Kort vanwege een interview voor de internetsite.
001.Hoe is de liefde voor strips bij je ontstaan?
Ik heb altijd getekend, als kind al. Wij waren thuis vroeger geabonneerd op de tijdschriften van de Donald Duck, Taptoe en de Pep. Met name de strip
Wellington Wish van Fred Julsing las ik graag. Eigenlijk las ik alle strips uit de Pep graag, zoals Cocco Bill, Asterix en De Generaal. Deze strips
waren ook belangrijk voor mijn ontwikkeling als striptekenaar. Met name het werk van Fred Julsing. Later kwamen daar meer buitenlandse
schrijvers/tekenaars bij, zoals de Fransozen Jean-Marc Reiser, Jean-Jacques Sempé en Georges Wolinski en de Engelsman Ronald Searle en
anderen. Sinds ik echter zelf striptekenaar ben, lees ik eigenlijk geen strips meer.
002.Op welk moment uit je carrière ben je tot nu toe het meest trots en/of bewaar je de beste herinneringen?
Het meest trots ben ik eigenlijk op het feit dat ik mijn beroep als striptekenaar nog altijd uit kan oefenen. In het begin was het zeker niet makkelijk. Het
was moeilijk om er een aardig inkomen mee te verdienen. Toch heb ik nooit gedacht om te stoppen als striptekenaar. In 1992 won ik de
Stripschapprijs voor mijn gehele oeuvre. Dit is een juryprijs en ik was blij met de prijs. Ook is het een bepaalde vorm van waardering. Toch zie ik het
niet als een heel belangrijke iets. Belangrijker vind ik dan toch de mening van de lezers. En het feit dat ik in bladen sta en de redacteuren hiervan mij
willen hebben. Dat zie ik als een belangrijk iets.
003.Waar haal je de ideeën vandaan voor je strips?
Mijn strips zijn altijd een uitvergroting van wat ik zelf mee maak. Ik teken vaak dingen waar ik het niet mee eens ben in de wereld. Het is een
bepaalde uitlaatklep. Sommige dingen kunnen nu niet meer die een paar jaar geleden nog wel gingen. Maar tijden veranderen en ik verander mee.
Toch probeer ik mezelf zo min mogelijk aan banden te laten leggen. Ik wil me eigenlijk dus niet laten belemmeren met wat ik kan tekenen.
004.Kan je uitleggen hoe het proces van het maken van een tekening in zijn werk gaat?
Allereerst maak ik een tekening met pen en inkt. Die scan ik in en kleur dan vervolgens in met Photoshop op de computer. Inkleuren via de computer
doe ik sinds 2002. Daarvoor moest het nog allemaal met de hand doen. Via de computer is het veel makkelijker en prettiger om te doen. Een
stripalbum is in mijn geval meestal een soort compilatie van strips en tekeningen die al eerder gepubliceerd zijn in de bladen. Als ik een jaar Dirk en
Desiree voor de Revu gemaakt heb hebben we zo’n 50 pagina’s. Daar wordt dan een album van gemaakt.
005.Normaal maak je een strip helemaal zelf, welke je zowel tekent als schrijft. Op de strip ‘Dick van Bil’ na die door Eric Scheurs getekend is.
Hoe is dit zo gekomen?
Erik en ik konden kenden elkaar al en waren bevriend. We zaten allebei bij dezelfde uitgeverij. De Penthouse heeft CIC (de uitgeverij, red.) en Eric
benaderd voor de strip. Ger van Wulften (de uitgever, red.) vroeg mij de scenario’s te schrijven. Uiteindelijk hebben we de strip van 1989 tot en met
2001 gemaakt. Op de samenwerking met schrijver Wouter de Jong voor Superkrachten voor je hoofd na hoeft ik niet zo nodig met iemand anders
samen te werken. Laat mij maar lekker in mijn eentje werken. Maar een groot deel van mijn werk bestaat uit klussen die komen “aanwaaien”. Meestal
via mijn agent, ComicHouse. En Superkrachten voor je hoofd was zo’n klus. En een erg leuke. Daarbij is dit geen strip, maar een boek voor de jeugd,
waarvoor ik illustraties maak. En dat terwijl ik normaal strips voor volwassenen maak. Hiermee heb ik dus een hele andere doelgroep.
006.Wat kunnen we in de toekomst op werkgebied nog van je verwachten?
In November 2023 verschijnt het tweede album van De Wereld volgens Dirk en Desiree. Ieder jaar verschijnt er een nieuw deel van De wereld
volgens Hein de Kort. In 2024 komt het zesde deel hiervan dus alweer uit.
Kijk voor meer informatie over Hein de Kort op https://heindekort.nl/.
Kijk voor meer informatie over Restaurant Dauphine op https://caferestaurantdauphine.nl/.
Fotograaf: Ronald Speijer
Interview: Perry Krootjes
Maak jouw eigen website met JouwWeb