FRANK JONKER

 

De op 18 April 1965 in Hoogerheide te Noord-Brabant geboren Frank Jonker deed in 1989 mee aan een scriptschrijverswedstrijd die werd georganiseerd door het Nederlandse weekblad Donald Duck en het Stripschap. Hij was één van de drie winnaars en werd vervolgens één van de meest loyale schrijvers voor het Nederlandse tijdschrift Disney.

 

Frank heeft sinds 1990 honderden verhalen geschreven met bijna alle Disney-personages die er zijn. Tussen 1996 en 2007 was hij schrijver aan een groot aantal complete verhalen voor het meidenblad Tina. Frank schreef tussen 1997 en 2001 de strip Luuk en Lotte voor Okki. In 1998 en 2000 schreef hij drie lange verhalen voor de pocketboeken van de Deense uitgever Egmont. Frank schrijft sinds 1999 strip Vera en Victor en tussen 1999 en 2005 de strip Puck in Tina.

 

Tussen 2004 en 2010 schreef hij deel twee tot en met zes van de strip Bob Evers. Frank schrijft sinds 2006 ook voor het blad Penny. Sinds 2007 schrijft hij strips voor de uitgaves van ‘De Club van Sinterklaas' en 'Ernst, Bobbie en de Rest' en ook verhalen met 'Bert & Ernie' en 'Elmo' voor het tijdschrift Sesamstraat. Frank schreef in 2008 de laatste afleveringen van de strip Mooie Keetje en in 2009 de strip Kleine Napoleon, beiden getekend door Dick Heins Tussen 2009 en 2024 maakte hij samen met tekenaar Eric Heuvel de strips Het Van Walraven Testament, Nieuwe Vrienden en De Erfenis. Frank schreef in opdracht van de Gemeente Rotterdam in 2010 het 20 pagina's tellende stripboek Een Standbeeld voor Pietje Bell getekend door Dick Heins. Tussen 2010 en 2013 was hij één van de schrijvers die meewerkte aan de celebritystrip over de Volendamse zangers Nick en Simon. Frank schreef in 2011 de strips De Verdronken Paarden van Ameland. In dat jaar verscheen ook het 34e deel in de albumreeks De Grappigste Avonturen van Donald Duck met Duckverhalen van Frank. Hij was van 2011 tot en met 2021 één van de schrijvers voor de strip Karlijn, Catootje en de Ouders. In 2012 schreef Frank de strips Sarah de Shire en Hecksehoef. Hij schreef in 2013 het prentenboek De Magische Schatkist. In 2014 schreef Frank scenario’s voor de fotostripreeks Duinmanege voor Penny. Hij schreef in 2014 en 2016 het tweede en derde deel van IJsbrands Oosts strip Max Miller. Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum als stripauteur werd in 2014 een tentoonstelling gehouden over de carrière van Frank Jonker. Voor Danker Jan Oreel schreef hij tussen 2017 en 2025 het tweede en derde deel van de strip De avonturen van Hel. In 2018 schreef Frank de laatste afleveringen van de strip Noortje, waarvan sommige nog in samenwerking met Patty Klein. Hij leverde in 2020 een bijdrage aan het stripboek Striphelden versus Corona. Tussen 2020 en 2023 schreef Frank de strips Kapelle in Strip en Japien de Joode, beiden getekend door Danker Jan Oreel. Hij is samen met Evert Geradts, Mau Heymans, Jan Kruse en Ruud Straatman één van de meest productieve bijdragers aan het populaire weekblad Disney, met meer dan 1.000 verhalen op zijn naam. Perry ging in gesprek met de vriendelijke Frank Jonker vanwege een interview voor de internetsite.

 

001.Hoe is de liefde voor strips bij je ontstaan?

       Vanuit mijn prille jeugd. Mijn broer en zus lazen ook strips, maar niet zo veel als ik. Wel had ik een oudtante die een grote stripliefhebber was. Ik las

       weekblad Donald Duck, stripblad Sjors, tijdschriften Tina en Eppo. De Tina hadden we voor mijn zus in huis.  Via Donald Duck maakte ik ook kennis

       met De Smurfen, Tom PoesDouwe Dabbert, Chlorophyl en Snoesje en in de kranten ontdekte ik Suske en Wiske en Lucky Luke. Verder las ik de

       stripreeksen De avonturen van Kuifje, Robbedoes en Kwabbernoot en Asterix. Net als veel van mijn Donald Duck-collega’s ben ik een groot

       bewonderaar van de Amerikaanse Ducktekenaar Carl Barks.  Hij schreef en tekende tussen 1942 en 1968 veel beroemde Donald Duck-verhalen.

       Ook na zijn pensioen heeft hij nog heel wat verhalen voor de Donald Duck geschreven, die dan door anderen getekend werden. In 1994 bezocht hij

       Parijs te Frankijk en later ook Nederland. Samen met mijn Donald Duck-collega’s Paul Hoogma en Remco Polman ben ik naar Parijs gegaan om hem

       daar te ontmoeten. Ik was toen best wel onder de indruk van die ontmoeting en vergat daardoor degene die bij me was te vragen om een foto van

       dat moment te maken. Later heb ik Carl Barks ook nog in Nederland ontmoet, tijdens zijn bezoek aan de Donald Duck-redactie.

002.Op welk moment uit je carrière ben je tot nu toe het meest trots en/of bewaar je de beste herinneringen?

       Het heeft allemaal iets. Nu is dat bijvoorbeeld de strip De Erfenis uit 2024, die ik samen met tekenaar Eric Heuvel maakte. We hebben er 1 ½ jaar

       aan gewerkt. Brabant Herinnert waar we dit voor in opdracht deden, gaf feedback waar dat nodig was. Maar ook de regio-verhalen waarvan er al

       meerdere in weekblad Donald Duck zijn gepubliceerd. Ze krijgen veel aandacht en de eerste oplage van de Donald Ducks zijn in de regio waar het

       verhaal zich afspeelt meestal binnen een dag uitverkocht. En natuurlijk het nieuwe deel van De avonturen van Hel. Vooral als tekenaar Danker Jan

       Oreel  me de nieuwe pagina’s toestuurt ben ik altijd diep onder de indruk van hoe hij het scenario, dat al zeven jaar geleden geschreven is, om weet

       te zetten in prachtige en spannende strippagina’s.

003.Hoe kijk je terug op de stripreeks Bob Evers?

       Dat was mijn eerste albumreeks. Hans was tussen 1987 en 1995 werkzaam als striptekenaar bij het weekblad Donald Duck. Daar kende ik hem dus

       al van. Op een gegeven ogenblik vroeg Hans me om de scenario’s voor de Bob Evers-reeks, waarvan toen één verhaal in de krant was verschenen,

       over te nemen. We hebben toen samen vijf albums gemaakt. Het laatste verhaal van de strip Bob Evers, ‘Een overval in de lucht’, was onderdeel van

       een trilogie. Ik heb dus nog twee delen geschreven,  maar Hans wilde na het eerste deel van de Briefjesjachttrilogie een jaar pauzeren om eens wat

       anders te doen. Dat werd de strip Rhonda en dat was vooral in het buitenland een groot succes, waarna Hans moest besluiten om helemaal met de

       stripreeks Bob Evers te stoppen. De laatste twee delen van de Briefjesjacht-trilogie zijn dus nooit getekend. Ook ligt er nog het scenario van het

       daaropvolgende deel, ‘Tumult in een toeristenhotel’ dat heel mooi aansluit op deze trilogie. Van de drie hoofdpersonages lijk ik zelf het meest op Arie,

       denk ik. Hij heeft veel fantasie en is van het plannen maken. Technisch, zoals Bob is, ben ik veel minder.  

004.Tijdens het tweede deel van de strip De avonturen van Hel nam je het schrijfproces over van Henk Kuijpers. Is een strip over nemen

       moeilijker dan er zelf eentje te bedenken vanaf het begin?

       Je werkt natuurlijk met al bestaande karakters, maar ik moest me ze wel eigen maken om het scenario te kunnen schrijven. Voor Henk kostte het

       schrijven van scenario’s voor De avonturen van Hel te veel tijd, die ook ten koste zou gaan van Franka. Tekenaar Danker Jan heeft toen zelf de

       eerste 16 pagina’s van ‘De Sibylle-codex’ geschreven.  Nadat hij mij had gevraagd om het vervolg van het scenario te schrijven, heb ik tijdens de

       Haarlemse Stripdagen van 2016 en later ook telefonisch nog gesprekken met Henk gehad over Hel. Ook met Danker Jan is er veel overleg over het

       verhaal en het onderwerp daarvan. En als het even kan gaan we ook naar de plekken waar het verhaal zich afspeelt of waar we aan meer informatie

       kunnen komen. Voor ‘De Sibylle-codex’ wilde Danker Jan graag een meisje als sidekick voor Hel en heeft hij, Julia, een studente geschiedenis,

       bedacht. Julia komt als een beetje naïeve studente binnen, maar maakt door alle avonturen en gebeurtenissen een hele ontwikkeling door, ook op

       persoonlijk vlak. Het idee voor het derde verhaal ‘Het verloren goud van Troje’ kwam ook van Danker Jan, net als de tegenstander van dienst, Nikos

       Charakas. Verder zit ook een idee van Henk in het verhaal verwerkt. Juist die samenwerking bij De avonturen van Hel bevalt heel erg goed en heeft

       ook echt een heel goed nieuw verhaal opgeleverd.

005.In opdracht van Brabant Herinnert heb je samen met Eric Heuvel het album De Erfenis gemaakt. Hoe zijn ze hierbij jullie terecht gekomen?

       Eric is benaderd vanwege zijn tekenstijl. Samen hebben we al eerder gewerkt, in 2009 aan Het Van Walraven-Testament en in 2014 aan Nieuwe

       Vrienden. Eric heeft mij benaderd voor het schrijfwerk. Ik was direct enthousiast. Het is leuk om met hem te werken. Het is inmiddels vertrouwd en hij

        is erg professioneel. De familie in het verhaal is bedacht door Brabant Herinnert. Het verhaal van de strip speelt zich grotendeels in Noord-Brabant

        af. De meeste plaatsen in het boek heb ik zelf wel bezocht als research. De belangrijkste plaatsen in het verhaal, zoals Nationaal Monument Kamp

        Vught en Oorlogsmuseum Overloon heb ik samen met Eric bezocht.

006.Wat kunnen we in de toekomst nog van je verwachten?

       Als alles goed gaat verschijnt het album ‘Het verloren goud van Troje’ van de stripreeks De avonturen van Hel in juni 2025. In weekblad Donald Duck

       wordt een serie regio-verhalen gepubliceerd, waarvoor ik de scenario’s heb geschreven. In Donald Duck 9-2025 komt ‘Het spook van de mergelgrot’

       dat zich tijdens het carnaval in Valkenburg en Maastricht afspeelt. En er volgen er dit jaar nog meer. Ik heb ook net de tekst voor prentenboekje voor

       een vakantiepark ingeleverd dat daar waarschijnlijk vanaf de zomer te krijgen zal zijn.

 

Interview: Perry Krootjes

Maak jouw eigen website met JouwWeb