In 2018 interviewde ik acteur & zanger Dick Rienstra bij hem thuis in Vianen te Utrecht. Het onderstaande interview is gedateerd en niet aangepast. Alles dateert dus van drie jaar geleden. Het enige werk wat Dick Rienstra na dit interview nog deed, was optreden met The Rambers. Op 4 Juli 2021 overleed hij. Dick Rienstra is 79 jaar geworden.
DICK RIENSTRA
De op 9 Februari 1941 in Assen te Drenthe geboren Dick Rientra was van 1956 tot en met 1962 zanger bij Asser orkest Double S Combo.
In 1963 deed hij mee met de revue de Tik-Tak show. Dick Rienstra was in 1965 te zien in de musical Jij en ikke. In 1966 zong hij onder het pseudoniem Floris VI het nummer “Ze nemen me eindelijk mee, ha-haaa!”. Dick Rienstra had van 1966 tot en met 1968 een rol in de Snip & Snap – revue, Proficiat. In 1968 had hij een rol in de tv-film ‘Zeemansvrouwen’.
Dick Rienstra was in 1970 te zien als Dolle Dries in de musical De Jantjes. In 1974 vormde hij samen met Martin Käfig het zangduo De Jantjes. Dick Rienstra deed in 1977 met aan het Nationaal Songfestival met het nummer “Jouw lach” waarin hij uiteindelijk vijfde werd. Datzelfde jaar had Dick Rienstra ook een rol in het toneelstuk Als je lacht…dan ben je rijk. In 1979 was hij te zien als Adjudant van der Steen in ‘Bassie & Adriaan en de diamant’.
Dick Rienstra had in 1980 en 1981 rollen in de theaterproducties Ronde Ka en Oh…Waterlooplein. In 1982 vertolkte hij de rol van Adjudant van der Steen in ‘Bassie & Adriaan en de huilende professor’ en was te bewonderen in het toneelstuk De Jantjes uit 1982. Dick Rienstra was in 1983 te zien als Bollo in de tv-serie “Bollo, bries en bondgenoten” en had een rol in de theaterproductie De Jordaan. Van 1984 tot en met 1986 speelde hij in de toneelstukken Hadjememaar, In Holland staat een huis en Drie is te veel. Dick Rienstra was in 1988 te zien als Adjudant van der Steen in ‘Bassie & Adriaan en de verdwenen kroon’. Van 1989 tot en met 1990 speelde hij in de cabaretvoorstelling van Toon Hermans, Theater Pittoresque.
Dick Rienstra had in 1992 een aandeel in de film ‘Flodder in Amerika!’. In 1994 vertolkte hij de rol van Thijs Kraal in de tv-serie “De laatste carrière”. Dick Rienstra bracht in 1995 zijn solo-CD ‘I’ll be seeing you’ uit. In 1997 trad hij op met de theatervoorstelling Sinatra, the Bands, the Music, terwijl hij in 1999 op trad met de productie Dick Rienstra in Concert.
Dick Rienstra speelde in 2000 met de theatervoorstelling Going Dutch en met de theaterrevue Meer dan brood alleen. In 2001 was hij te zien als Abner Dillon in de musical 42nd Street en werkte hij mee aan de theatertournee van Stichting Zonnebloem, Een lach en een lied. Dick Rienstra was in 2004 te zien in musical van Stichting Zonnebloem, Onverwacht weerzien. In 2006 vertolkte hij de rol van Maurice in de musical Beauty and the the Beast en had hij een rol in de film ‘Sinterklaas en het uur van de waarheid’. Dick Rienstra speelde in 2008 een rol in het toneelstuk Vleugellam. Sinds November 2010 treed hij op met de VSOP-Bigband. Dick Rienstra trad in 2011 op met zijn solovoorstelling Een Koffer met Liedjes en Herinneringen. Sinds December 2014 maakt hij deel uit van het jazzy dansorkest The Ramblers. Dick Rienstra verricht verder voice-over en stemmenwerk. Gastrollen had hij in tv-series als “De kleine waarheid”, “Het meisje met de blauwe hoed”, “Waaldrecht”, “Dubbelleven”, “Ons goed recht”, “De Lemmings”, “De Fabriek”, “De weg”, “Herenstraat 10”, “Zoals u wenst, mevrouw”, “De appelgaard”, “Dossier Verhulst”, “De Ep Oorklep Show”, “Laat maar zitten”, “Simon Winner”, “12 steden, 13 ongelukken”, “Zeg’ns Aaa” uit 1981, “Suite 215”, “Medisch Centrum West”, “Recht voor z’n Raab”, “Niemand de deur uit”, “GTST”, “’t Zonnetje in huis”, “Toen was geluk heel gewoon”, “Ik ben je moeder niet”, “Fort Alpha”, “Baantjer”, “Spangen”, “ONM”, “In de clinch”, “Russen” en “Zeg ‘ns Aaa” uit 2009.
Dick Rienstra was ook te zien in de Internationale films ‘A Bridge Too Far’ en ‘Who Am I?’. Hiervoor werkte hij onder meer met Richard Attenborough (‘Jurassic Park 1 – 2’), Jackie Chan (‘Rush Hour 1 – 3’) en Ed Nelson (“Peyton Place”). Perry van Moov.nl reisde af naar Vianen waar hij de zeer vriendelijke Dick Rienstra sprak vanwege een interview voor de internetsite.
001.U acteert in tv-series (“De Fabriek” uit 1982), nationale films (‘Sinterklaas en het uur van de waarheid’ uit 2006), Internationale films (‘Who
Am I?’ uit 1998), revue (Proficiat uit 1967), doet toneel (Als je lacht…dan ben je rijk uit 1977), musical (Beauty and the Beast uit 2006), bent
solozanger (zoals uw deelname aan het Nationaal Songfestival uit 1977 wat een 5e plaats werd), zanger in een groep (The Ramblers & De
VSOP-Bigband) en doet TV commercials. Als u uit al uw werkzaamheden een keuze moet maken die u het allerliefst doet, wat zou dit dan
worden?
Een keuze kan en wil ik niet maken. De afwisseling is juist een zo leuk en prettig iets. Toen ik in 2006 in de musical Beauty and the Beast speelde
was dat heel intensief om te doen. Daar speelde we acht voorstellingen per week mee. Dat zou ik in principe nog wel kunnen, maar ik zou dat nu
echter niet meer willen. Een mooie rol in een toneelstuk is iets anders. Dat lijkt me nog wel wat, al zijn daar geen plannen voor. Momenteel hou ik
me met name met muziek bezig. Maar dat is gewoon zo gelopen. Ik heb daar niet zelf bewust voor gekozen. Verder doe ik ook nog altijd voice-over
werk.
002.Je hoort wel eens dat ieder personage dat een acteur of actrice speel iets van zichzelf bevat. Kunt u zowel een overeenkomst als groot
verschil noemen qua karaktereigenschap tussen u zelf en Boer van der Linden uit “De Fabriek” van 1982?
Ja, dat denk ik wel. Dat moet wel. Je probeert het altijd vanuit jezelf te halen. Boer van der Linden was een opstandige man die het in zijn geval niet
met de werkgevers van de fabriek eens was. Hij kon niet tegen onrecht. Dat herken ik wel bij mezelf. Mijn eigen ouders waren Fries. En in Friesland
wonen natuurlijk veel boeren. Ik ben dus wel een beetje boers, maar een stuk minder dan dat Boer van der Linden dat was, haha. Hij was best wel
iemand die tot mijn eigen vriendkring zou kunnen behoren.
003.Op welk moment uit uw carrière bent u tot nu toe het meest trots en/of bewaart u de beste herinneringen?
Ik bewaar veel mooie herinneringen aan verschillende van mijn projecten. Zo stond ik in theaterseizoen 1989 – 1990 samen met Gemma van Eck,
Maurice Hermans, Mirjam Slewe en Oetie Wijzenbeek in Theater Pittoresque, de cabaretvoorstelling van Toon Hermans. Toon was toen al
wereldberoemd. Hij wordt toch als één van de "Grote Drie van het Nederlandse cabaret" van na de Tweede Wereldoorlog beschouwd, samen met
Wim Kan en Wim Sonneveld. Dat ik met hem heb samen mogen werken heeft dus wel de nodige indruk op mij gemaakt. Maar ook aan mijn rol van
Dolle Dries in de musical De Jantjes uit 1970 bij het Amsterdams volkstoneel bewaar ik veel goede herinneringen. Het Amsterdams volkstoneel ging
later over in het Nooy’s Volktheater waar in van 1980 tot en met 1986 speelde in de theaterproducties Ronde Ka, Oh…Waterlooplein, De Jantjes
uit 1982, De Jordaan, Hadjememaar en In Holland staat een huis. Die theatergezelschappen het Amsterdams volkstoneel en het Nooy’s Volkstheater
zijn beiden erg belangrijk voor mijn carrière geweest.
004.Als u geen acteur was geworden. Welk beroep had u dan wel wat geleken: boer (“De Fabriek” uit 1982), verhuizer (gastrol in “De weg” uit
1983), ambtenaar (gastrol in “Zeg ‘ns Aaa” uit 1991), gezagvoerder van een vliegtuig (‘Flodder in Amerika!’ uit 1992), burgemeester (gastrol
in “Fort Alpha” uit 1996) of commissaris (‘Sinterklaas en het uur van de waarheid’ uit 2006)?
Dan denk ik gezagvoerder van een vliegtuig. Dat is een beroep dat niet zo voor mij weggelegd is. Als gezagvoerder van een vliegtuig heb je een
bepaalde mentaliteit nodig. Zo moet je niet snel in paniek raken en flink wat verantwoordelijkheidsgevoel hebben. Zelf raak ik ook niet vlug in paniek
en ook ik heb wel verantwoordelijk natuurlijk. Al is die van een gezagvoerder van een vliegtuig vele malen groter met al de passagiers en overige
crewleden waar hij de verantwoording over heeft. Dat zou ik zelf niet kunnen. Acteurs en actrices spelen natuurlijk sowieso graag rollen die ver van
de realiteit liggen voor hun. Dat maakt het juist zo leuk.
005.Tijdens ons eerste interview tijdens Beauty and the Beast in 2006 liet u weten wel eens met uw zoon Robin samen te willen werken, wat er
daarvoor nog nooit van gekomen was. Twee jaar later speelde jullie dan eindelijk samen in het toneelstuk Vleugellam. Hoe heeft u dit
ervaren?
De voorstelling liep al een seizoen en Robin zat er vanaf het begin al in. Toen acteur Michiel Kerbosch het tweede theaterseizoen niet kon spelen,
werd ik benaderd. Dat Robin en ik in Vleugellam eindelijk samen speelde was dus gewoon toevallig. Tijdens de voorstellingen heb ik niet extra op
Robin gelet. Hij is professioneel. Daarbij let iedereen toch meer op zichzelf. Ook Robin en ik deden dat. Ondanks dat de samenwerking voor
Vleugellam goed bevallen is, hebben we het nooit over een hernieuwde samenwerking gehad.
006.Sinds November 2010 treed u op met de VSOP-Bigband. Tussen 2010 en 2014 verzorgde ze 15 optredens, gemiddeld 5 optredens per jaar.
Is er een bepaalde reden dat de VSOP-Bigband zo weinig optreed?
Het is een amateurgezelschap. De VSOP-Bigband spelen wanneer het hun uit komt aangezien ze er niet voor betaalt worden en sommige er
overdag nog een betaalde baan naast hebben. De leden repeteren zo’n één keer per twee weken. Het is gewoon voor de gezelligheid. Zo spelen we
met de band bijvoorbeeld in de openlucht. In 1960 maakte ik mijn zangdebuut voor de radio met het nummer Frank Sinatra – nummer “Pennies from
Heaven” en in 1997 werkte ik mee aan de grote theaterproductie Sinatra, The Band, The Music. De VSOP-Bigband wist van dit verleden van mij met
Frank Sinatra. Daarom vroegen ze mij bij de band. Zo zing ik bij de VSOP-Bigband onder meer ook de bekende nummers van Frank Sinatra. Ik zing
ook bij het jazzy dansorkest The Ramblers. En het verschil tussen The Ramblers en de VSOP-Bigband is dat we met The Ramblers vaker spelen,
het is professioneler en we spelen er mee in theaters.
007.Sinds December 2014 maakt u deel uit van het jazzy dansorkest The Ramblers. Hoe bent u hierbij terecht gekomen?
In 2014 ben ik gevraagd om te komen praten. Ik had toen een gesprek met drummer Chris Dekker en leider & dirigent Jacques Schols. Hun vroegen
mij of ik er iets voor zou voelen om me bij The Ramblers aan te sluiten. Ik vertelde ze toen dat ik als tiener al naar de muziek van The Ramblers
luisterde. Je kan gerust zeggen dat ik fan van ze was. Ik voelde me dan ook vereerd toen ik gevraagd werd om er deel van uit te maken. The
Ramblers is een begrip voor mensen van 50+. Chris verliet The Ramblers toen ik er bij kwam. Hij speelde er van 1986 tot en met 2014. Jacques was
van 1997 tot en met 2016 actief bij The Ramblers. Ik vind het fijn dat ik me bij The Ramblers bezig kan houden met het maken van hele fijne muziek.
Dat we oudere nummers kunnen brengen, zowel Nederlandse als Engelstalige muziek. Ik zing onder meer Frank Sinatra muziek en heb me eigen
Toon Hermans – medley die ik bij The Ramblers ten gehore breng.
Interview: Perry Krootjes
Maak jouw eigen website met JouwWeb